KASSA

KASSA
Onlangs keek ik naar een uitzending van het programma Kassa. Dat is een programma waar vaak zaken aan de orde worden gesteld waarbij mensen financieel schade hebben geleden omdat de levering van een product dat ze hebben aangeschaft achterwege is gebleven, of omdat het product wel geleverd is maar niet deugde, of omdat een veel te hoge prijs is betaald voor een dienst die aan iemand is verleend.
Het programma besteedde aandacht aan het verschijnsel erfrechtplanners. Dat zijn personen die niet verbonden zijn aan een notariskantoor maar die colporteren met testamenten. Ze komen met andere woorden langs de deur en proberen dan de bewoners ervan te overtuigen dat zij een testament moeten laten opmaken, en dat de erfrechtplanners daartoe het meest aangewezen zijn omdat zij daarvoor de kennis in huis hebben.
Daar hangt wel een prijskaartje aan want voor niks gaat alleen de zon nog op. De kosten zijn doorgaans meer dan 2000 euro. Kassa heet dat in het gewone spraakgebruik.
Maar daar houdt het niet op. Want een testament is pas een testament wanneer het is ingeschreven in het testamentenregister en dat kan alleen via de notaris.
Die stuurt dus ook nog een rekening voor verleende diensten en dan wordt het wel een kostbare zaak. Vooral omdat de notaris bij uitstek de aangewezen publieke ambtenaar is die testamenten mag passeren en die terzake deskundig is.
Notarissen hebben een gedegen kennis van erfrecht en zij kunnen en moeten de burger die een testament wil laten opmaken terdege adviseren over de mogelijkheden en over de gevolgen van hetgeen in het testament wordt opgenomen.
Het gaat ook niet altijd goed wanneer men eerst zaken heeft gedaan met de erfrechtplanner.
De notaris kan dan al snel de indruk krijgen dat de erfrechtplanner zijn zaakjes goed voor elkaar heeft en alle ins en outs met de klant heeft besproken. Maar dat laatste is kennelijk toch niet altijd het geval. In een uitspraak van de tuchtrechter voor het notariaat van 15 april 2019 ( te vinden op het internet onder ECLI:NL:TNORSHE:2019:12)
blijkt dat de notaris nalatig was geweest want hij was te zeer afgegaan op hetgeen de erfrechtsplanner had gedaan. Aan de orde was het feit dat de erflaters niet wilden dat de ex-echtgenoot van de dochter van de erflaters een deel van de erfenis zou krijgen, ook niet via de kinderen van de dochter en de ex-echtgenoot. En dat laatste, de voorziening van een bewind, was niet in het testament opgenomen en moest nadien worden toegevoegd. De notaris blijft, aldus de tuchtrechter, zelf verantwoordelijk en dient zich ervan te vergewissen dat hetgeen door de erfrechtplanner wordt aangeleverd, ook daadwerkelijk in overeenstemming is met de wil van de erflaters. Met andere woorden, ook al is de klant bij de erfrechtplanner of een andere instantie geweest, dan nog dient de notaris vanuit zijn eigen verantwoordelijkheid, na te gaan of alles in overeenstemming is met de wens van de klant.
Dat betekent dat de notaris goed moet doorvragen en de klant uitvoerig en tijdig moet informeren zodat het testament ook daadwerkelijk in overeenstemming is met de wil van erflater.
Dat is dus dubbel werk. Dat kost tijd en geld en het levert niet steeds de beste kwaliteit zoals de tuchtzaak aantoont.
De moraal van het verhaal: voorkom extra kosten en ga rechtstreeks naar de notaris. Die is er voor.