top of page

HET LEVENSTESTAMENT

HET LEVENSTESTAMENT

Tegenwoordig maken veel mensen een levenstestament op en dat is verstandig. Verstandig om in een levenstestament zaken kunnen worden geregeld op een manier zoals degene die het testament op maakt het graag zou willen voor het geval hij daartoe zelf niet meer in staat is. Hieruit blijkt al dat het levenstestament niet alleen voor ouderen is die aan het einde van hun aardse bestaan zijn aangekomen. Het is een document dat eigenlijk iedereen die verantwoording neemt voor zijn bestaan, zou moeten opmaken. Want de kern van het levenstestament is dat het voorziet in de behartiging van de belangen van degene die daardoor bijvoorbeeld door ziekte of ongeval niet meer in staat is. Bijvoorbeeld het beheer van de financiën, het afwikkelen van transacties, het aangaan van verbintenissen, of het nemen van een beslissing over het al dan niet toepassen van een medische ingreep of behandeling. Ook op jonge leeftijd kun je helaas al geconfronteerd worden met een ongeval of een plots opkomende ziekte of aandoening waardoor je niet meer in staat bent om te doen zoals je gewoon was te doen. Bijvoorbeeld een herseninfarct met bijbehorende ernstige verlamming van de spraak, of een ongeluk met een hoge dwarslaesie die tot ernstige beperkingen leidt. In je levenstestament leg je vast wie wat kan doen maar je bepaalt ook wanneer het testament ingaat. Dat kan bijvoorbeeld als je in coma raakt, of wanneer de diagnose Alzheimer is gesteld. In het testament wijs je een vertrouwenspersoon aan . Dat is een persoon waarvan jij erop aan kunt dat hij of zij jouw wensen zoals neergelegd in het levenstestament helemaal na komt. Dat kan dus je partner zijn of een van de kinderen, of iemand anders. Daarnaast kun je regelen dat er ook een soort van toezicht is, bijvoorbeeld door een derde onafhankelijk persoon. Dat kan een notaris zijn of een van de kinderen of wie dan ook aan wie jij het toezicht toevertrouwt.

De naamgeving van het levenstestament is een beetje verwarrend. Veel mensen denken dan aan hun nalatenschap en hoe die verdeeld moet worden. Maar dat is hier niet aan de orde want het levenstestament gaat over het doen van zaken tijdens het leven. De erfenis is een kwestie die speelt wanneer je het leven voor de dood hebt verruild. In de nog korte geschiedenis van het levenstestament in ons land is dat ook een punt van discussie geweest. Toen in 1974 de Vereniging voor Vrijwillige Euthanasie het levenstestament introduceerde werd er vanuit de beroepsvereniging van notarissen op aangedrongen het woord testament toch vooral niet te gebruiken vanwege de mogelijke verwarring. Sinds 2007 heeft het levenstestament voet aan de grond gekregen in ons nationale bestel en is het eigenlijk, ook als woordkeus, niet meer weg te denken.

Een levenstestament kan goed buiten de notaris om worden geregeld maar of dat verstandig is vers twee. De notaris kan uitleggen wat er zoal in het levenstestament kan worden opgenomen, kan betrokkene voorlichten over het houden van toezicht op de nakoming van het levenstestament en garandeert dat er niets in staat dat onmogelijk kan worden uitgevoerd bijvoorbeeld omdat het niet in overeenstemming is met de geldende regelgeving. Daarnaast kan de notaris ervoor zorgen dat de tekst zodanig wordt geredigeerd dat er geen misverstand meer mogelijk is. Want dat is het laatste wat je wilt: dat er eindeloos discussie ontstaat over de vraag hoe jouw wil begrepen moet worden.

Naast het voordeel dat je via een levenstestament via een vertrouwenspersoon je zaken kunt voortzetten, heeft het ook als voordeel dat bijvoorbeeld familieleden niet bij de rechter bewind hoeven aan te vragen als je zelf je zaken niet meer kunt regelen. Bij bewind is het altijd maar de vraag wie door de rechter wordt aangewezen; ij zelf beslist daar in lek geval niet over. En in het levenstestament kun je je eigen vertrouwenspersoon aanwijzen. Op deze manier wordt ook de rechterlijke macht ontlast.

Maar toch komt het nog voor dat bijvoorbeeld een zorgkantoor niet akkoord gaat met het afleggen van verantwoording over het besteden van het persoonsgebonden budget door degene die als vertrouwenspersoon benoemd is in het levenstestament. Dan zal de rechter alsnog tot bewind moeten besluiten. ( zie bijvoorbeeld ECLI:NL: RBOBR2015:1979, een uitspraak van de rechtbank Oost Brabant). De kantonrechter verzucht in die uitspraak overigens dat de weigering van het zorgkantoor niet is toegelicht. Maar de kantonrechter besluit toch tot bewind om de voortzetting van de zorg niet in gevaar te brengen. Het toeval wil dat toen ik deze tekst typte en “zorgkantoor” tikte, er per ongeluk “worgkantoor” stond. Misschien toch nog niet zo een gekke tikfout.

Recent Posts

Archive

Follow Us

  • Grey Facebook Icon
  • Grey LinkedIn Icon
bottom of page